Betsy en Rinie op reis 2015

Wanaka, Mount Aspiring NP, Lake Pukaki, Mount Cook?

Voor ik het weer vergeet. Ik heb veel plezier van mijn e-reader die ik cadeau heb gekregen bij mijn afscheid. Bedankt lieve oud collega's. Ik ben er heel erg blij mee.

Wat trouwens ook erg leuk is om te lezen voor ons zijn jullie reacties. Gezellig dat jullie met ons mee reizen.

Na de garagestop zijn we in de buurt van Wanaka gebleven. We hebben wat rondgekeken. Het ligt aan een groot meer, altijd leuk. Aan het voetpad langs het meer is een lang lint van grote stoeptegels met de wereldgeschiedenis erop vermeld. Heel interessant, je krijgt er wel pijn in je nek van.
De volgende dag hebben we 30 km over een gravelweg gereden op weg naar Mount Aspiring National Park (NP). Dat was nog wat omdat we verschillende keren door fords moesten. Fords zijn stroompjes water over de weg, de een wat dieper dan de ander. Bij aankomst op de kampeerplek moet je wel oppassen met het openen van de kastdeurtjes. Alles kan naar buiten komen

Blozend gezichtje
. Je wordt namelijk flink door elkaar geschud. In het NP hebben we 2 dagen gewandeld. Het was wederom prachtig warm weer. De eerste dag hebben we de Rob Roy Glacier Track gelopen. (De naam doet me eerder denken aan een soort van pretpark). We waren halverwege de middag op de kampeerplek aangekomen maar we zijn toch gaan lopen. Het is namelijk nog lekker lang licht. Je kunt het hier vergelijken met onze maand augustus, dus hoogzomer. De gletsjerwandeling loop je in een uur of 3, 4 en is zeer de moeite waard. Achteraf waren we blij dat we pas laat zijn gaan lopen. Tjonge, wat een hoop volk kwam er naar beneden. Het leek wel of het pretpark boven gesloten werd. Het pad is niet moeilijk en gaat geleidelijk door het bos omhoog. We hadden boven niet het rijk alleen maar het was gelukkig ook niet meer zo druk. We hadden een fantastisch uitzicht op de gletsjer die nog in de volle zon lag. Echt geweldig. En voor het donker waren we weer beneden.
De volgende dag hebben we naar de Mount Aspiring Hut gelopen. Een wandeling van zo'n 20 km heen en weer. Niet moeilijk, op hier en daar een pittig stukje na, maar lang. We hebben er de hele dag over gedaan. In tegenstelling tot gisteren, toen we veel door het bos liepen, hebben we nu de hele dag in de volle zon gelopen in een heel breed dal. Heel anders, maar weer prachtig. Wat een ruimte. Verschillende keren moesten we water oversteken. Meestal redden we het wel met lopen van steen naar steen. Maar één keer was het te diep en hebben we onze schoenen maar uitgetrokken om geen natte voeten te halen. Bij de hut wilden we lunchen om dan weer terug te lopen. Bij de hut echter werd Rinie in de tijd dat ik even naar het toilet was besprongen door de sandflies. Lunch maar even uitgesteld en rechtsomkeert gemaakt. Gelopen naar een open plek aan het water met wind. Daar heb je nauwelijks sandflies. Sandflies zijn hier helaas overvloedig aanwezig, het zijn kleine vliegjes die steken als muggen en je hoort ze niet. Supervervelend. Overdag valt het mee, maar zo gauw de zon weg is gaat ook de deur van de camper dicht om ze zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Gelukkig lukt dat redelijk.
Het slapen gaat goed in de camper. Het koelt 's nachts goed af, dat slaapt wel lekker. Het is toch raar met het weer hier. We hebben al verschillende keren gehad dat we overdag zo rond de 25 en 30 graden zaten en 's nachts is het dan 8, 9 graden. Of de ene dag is het 30 graden en de volgende dag net zo makkelijk 10 graden, oftewel koud, en met veel wind hè. Een NZder vertelde dat dat kwam doordat de wind de ene dag uit het zuiden, Antarctica, en de andere dag uit het noorden, de Pacific, kwam.
Op naar Lake Pukaki. Dat is een giga meer met azuurblauw water, zo blauw dat het gewoon zeer doet aan je ogen. Daar hebben we gekampeerd aan het water tussen de pijnbomen met uitzicht op Mount Cook. Zo fraai. We hebben het getroffen met het weer. Het was nog steeds mooi weer en heel helder. Zelfs Mt. Cook was goed te zien zonder omringende wolken en dat gebeurt niet zo vaak.
Mt. Cook is de hoogste berg van NZ, iets van 3742 m. Erg hoog dus. De weersvoorspelling was voor de volgende dagen niet best dus zijn we meteen aan de wandel gegaan. Naar het meer in de Hooker Valley gelopen, een makkelijk heen en weertje van bij elkaar 2,5 uur. De lucht begon al te betrekken. En inderdaad, de volgende dag was er geen enkele berg meer te zien en het was koud terwijl we gisteren nog in een hemdje liepen. We hebben onze biezen gepakt en zijn gaan rijden. Nog een kort uitstapje naar het Tasman Lake. O, o, o wat is het toch fraai allemaal. Ik raak er niet over uitgepraat. We hadden Nikki gesproken. Zij vertelde waar de grens met zon lag want daar waren zij. Dat was ons net iets te ver en we wilden naar Hanmer Springs. We hebben ergens onderweg weer eens op een echte camping overnacht zodat we konden wassen en alle apparatuur opladen.
Hanmer Springs is een dorp waar thermaal hot pools zijn. Het is ook een mooie omgeving met veel bos (en sandflies). We hebben het wandelen maar even gelaten voor wat het was en zijn gaan badderen in het thermaal complex. Het is een vrij groot complex met allemaal wisselende baden met verschillende temperaturen. Heel relaxed.

Banks Peninsula Track, campergedoe, Oamaru, Clyde, Wanaka

Ha, het is even geleden maar we hebben weer goed internet. Het is een lang verhaal geworden, er is veel gebeurd in 1,5 week, dus ga er maar even voor zitten.

Smile

We staan veel op vrije kampeerplekken met de camper, lekker rustig en het scheelt geld, maar dan heb je geen faciliteiten. Af en toe, als we ergens wat drinken of zo, heb je weleens free wifi, maar dat is dan net sterk genoeg om de mail op te halen. Dus het contact met jullie en reisverslag uploaden zal zeer onregelmatig zijn.
We hebben de Banks Peninsula Track (BPT) gelopen, we hebben de camper opgehaald en er veel gedoe mee gehad, pinguïns in Oamaru, en een rustdag in Clyde.
Maar laat ik bij het begin beginnen.
De BPT is 4 dagen lopen, het is een kleine 40 km en het gaat omhoog (regelmatig steil) omlaag en weer omhoog en omlaag enz. Het is een prachtige wandeling, kan niet anders zeggen. Af en toe had ik wel zoiets van waar ben ik in vredesnaam aan begonnen, ik wil naar huis. Het was voor mij niet makkelijk al dat omhoog lopen in de snikhitte. Want het was erg warm de eerste 2 dagen en ook nog eens met een warme wind en wat voor een wind. Keihard, we moesten af en toe echt oppassen dat jebij wijze van spreken niet van de klif afwaaide. Een paar keer legde ik het bijna af, kon ik niet meer vanwege de hitte. Ik raakte echt oververhit. Gelukkig heb je vrij regelmatig water onderweg en konden we met onze voeten in het water zitten waardoor je wat afkoelde. En natuurlijk veel drinken onderweg.
De wandeling ging door bossen, over en langs kliffen, door baaitjes en weilanden met veel schapen. We hebben dolfijnen en pinguïns gezien en ontelbaar veel zeehonden met jongen. Die jongen hoorde je overal bovenuit. We liepen van hut naar hut en moesten voor de eerste 2 dagen ook ons eten meenemen. De hutten waren allemaal anders, klein maar efficiënt. Geen water, toilet, niets. Net poppenhuisjes. Soms een bank erbij en bij 3 van de 4 hutten was er ook een veranda. De sanitaire voorzieningen waren natuurlijk wel aanwezig maar buiten de deur. Er was overal een keuken voor algemeen gebruik. We waren met 11 man/vrouw en na een dag of wat krijg je een saamhorigheidsgevoel. Iedereen kookt zijn eigen potje maar ondertussen is het reuze gezellig. Je loopt niet samen op, je loopt je eigen tempo. Het is beschermd gebied waar je doorheen loopt en daarom mogen er niet meer dan 12 mensen tegelijk de track lopen. De 3e dag begon goed, we hebben in de zon ontbeten maar vlak daarna, net toen we wilden gaan lopen begon het me toch te regenen, niet normaal meer. Hebben we maar even gewacht tot het ergste voorbij was, gelukkig was het ook niet meer zo warm. De laatste dag moesten we weer 600 m stijgen, maar dat bleek helemaal door het bos te gaan. We waren vroeg weggegaan omdat we bus moesten halen en dat scheelde. Het was niet zo warm èn we liepen in de schaduw èn het ging geleidelijk omhoog. Het was voor mij een stuk beter te doen. Al met al een prachtige wandeling, zeer de moeite waard.

Jut en Jul lopen een track.
Embarassed

Op de eerste dag, we liepen al een tijd steil omlaag te glibberen door een stuk regenwoud, had Rinie zijn zonnebril afgedaan en nonchalant aan zijn overhemd gehangen. Tot hij er achter kwam dat hij zijn zonnebril verloren was. Om de rest van de tocht zonder te moeten lopen leek ook geen aantrekkelijk vooruitzicht, dus omgedraaid en met de neus naar de grond terug lopen. Gelukkig vonden we hem binnen vijf minuten, dus dat viel weer alles mee.
Op de vierde dag, we liepen al een tijd omhoog door een ander stuk regenwoud, had Betsy haar hoedje afgedaan en nonchalant aan haar vest om haar middel vastgemaakt. Tot zij er achter kwam dat het hoedje niet meer daar hing waar ze verwachtte. Ook nu weer rechtsomkeert gemaakt, het was toch wel een lekker hoedje. Na tien minuten Betsy weer om laten draaien om verder te lopen en Rinie verder terug om dat hoedje te zoeken. Uiteindelijk heeft deze grap ons een half uur gekost en Betsy zat toch al in de zenuwen of we wel op tijd bij de bus zouden zijn. Natuurlijk waren we ruim op tijd.
Laughing


Toen we terugkwamen in Christchurch waren Nikki en Jochem inmiddels gearriveerd en een beetje van de jetlag bekomen. Gezellig dat ze er zijn. De volgende dag hebben we onze campers opgehaald, de boel nagekeken (wat niet goed was is gemaakt) en vervolgens boodschappen gedaan. Dan is de dag alweer bijna voorbij, we zijn naar een camping niet al te ver gereden om daar de boel uit te pakken. Daar begon voor ons het gedoe. We hadden problemen met het toilet in de camper, bleek achteraf onze eigen schuld te zijn. Hoewel, het is maar hoe je het bekijkt. Wat betere uitleg had prettig geweest. De waterpomp deed het niet en de waterkraan zat heel erg los. Je kon geen water uit de kraan halen want je had meteen de hele kraan in je hand. Nu konden we toch geen water tappen omdat de waterpomp het niet deed. Enfin, heel wat heen en weer gebel met het verhuurbedrijf en veel wachten op antwoord. Wat zijn we blij met onze Nieuw Zeelandse simkaart. En het was net een feestdag hier met het weekend er achteraan. Gedoe. Uiteindelijk is alles redelijk goed gekomen met kunst en vliegwerk. Rinie heeft veel onder de gootsteen gehangen om de kraan vast te krijgen tot we bij een garage of werkplaats terecht kunnen. De waterpomp bleek iets heel simpels te zijn wat je maar moet weten en wat ons niet verteld was. O ja, de voorruit van de camper bleek aan de bovenkant en rechterkant helemaal los te zitten. Levensgevaarlijk, er zal maar iets gebeuren en je ruit ligt eruit. Heeft Rinie i.o.m. de verhuurmaatschappij met ducktape vastgezet.
Ondertussen zijn we tussen de bedrijven door wel doorgereden. In Oamaru hebben we de pinguïns bezocht. Het was net een dag met veel regen, harde wind en koud, heel koud. Wat een overgang. De kleine blauwe pinguïns komen daar elke dag rond hetzelfde tijdstip, zonsondergang, op dezelfde plek aan land om naar hun nesten te gaan. Daar omheen is een hele organisatie. Je moet kaartjes kopen om er bij te kunnen zijn, maar dat wordt dan ook helemaal besteed aan de pinguïns. Het wordt ze zo makkelijk mogelijk gemaakt op een natuurlijke manier. We hebben er zeker 150 gezien en het is zo schattig. Het ziet er zo leuk uit. We waren wel verkleumd tot op het bot. De volgende dag hebben we Nikki en Jochem tijdelijk uitgezwaaid. Zij gaan hun eigen weg en we komen elkaar weer op een ander moment tegen.
Wij zijn in Oamaru op zoek gegaan naar ducktape en wat gereedschap voor de kraan. Van de ene winkel naar de andere gereden. Toen het gelukt was hebben we op ons gemak nog wat rondgekeken in Oamaru. Veel vergane glorie. Er zijn veel Victoriaanse gebouwen, wat wel wat heeft. Hier en daar is er wel wat gerenoveerd. Het was inmiddels weer mooi en warm weer. Op weg richting Wanaka. Lange, lege wegen tussen bergen en over bergen. Bij Clyde zijn we gestopt, we hadden wel een plek op het oog maar zagen aan de overkant bij een stuwmeer campers staan. Bleek een recreatieplek te zijn waar je vrij mag kamperen. Het was heel relaxed en ipv door te rijden zijn we nog een dag gebleven. Even pas op de plaats, vooral ik had er behoefte aan. Ik had het idee dat we alleen maar aan het bellen, wachten en het rijden zijn geweest. Geen moment van rust. In Clyde was een boerenmarktje, klein maar we konden goed volkoren brood (wat nog een hele kunst is) en fruit kopen. Het is trouwens voor ons Europeanen aardig aan de prijs hier in Nieuw Zeeland.
Inmiddels zijn wein Wanaka. De camper heeft de hele middag in de garage gestaan. Vannacht heeft het behoorlijk geregend en toen bleek dat we aan de achterkant lekkage hadden. Kon er ook nog wel bij, toch? Bed was nat, gelukkig net op een plek waar we geen last van hadden. Maar als het goed is is alles nu gemaakt, inclusief de kraan,en kunnen we met een gerust hart verder.

Picton en Marlborough Sounds

Onderweg naar Picton hebben we baby zeehondjes gezien. Zo lief. Daar waar de weg langs de kust loopt voorbij Kaikoura bijOhau Point zijn ze beneden bij de rotsen lekker aan het spelen terwijl de moeders opletten of het allemaal wel goed gaat. Ze zitten trouwens op heel veel plekken langs de kust tussen de rotsen.
Picton is een havenstadje op het Zuidereiland, hier vertrekken ook de boten naar het Noordereiland. Het ligt in de Marlborough Sounds. Een prachtig watergebied met heel veel eilandjes en uitlopers van het land waar je geweldig mooi kunt wandelen.
Wij hebben een lange wandeling gemaakt met fantastische uitzichten op een van die uitlopers. Het was wel heel erg warm, mij eigenlijk te warm. Ik had moeite om naar boven te lopen, een conditiedingetje.

Gezichtje met open mond en koud zweet
Maar achteraf geeft het je wel een lekker gevoel.
Wat wij eigenlijk bijna nooit doen is een autotocht maken. Dat hebben we nu wel gedaan en we hebben er geen seconde spijt van. We kunnen alleen geen bocht meer zien. Tjonge, er kwam geen eind aan. We zijn een landtong helemaal afgereden tot het eind, Titirangi baai. Dat was vanaf de hoofdweg 75 km waarvan de laatste 25 km op gravel en alleen maar bochten hè en we moesten natuurlijk ook weer terug. Je snapt, dat schiet niet op. 200 km gereden en daar de hele dag over gedaan. Maar het was zeer de moeite waard. Het was werkelijk niet te beschrijven zo mooi. We waren ook aan het kijken of we er over een paar weken met de camper kunnen komen want je hebt daar hele mooie natuurcampings die nauwelijks wat kosten. Ze zijn van DOC , Department of Conservation, een soort van staatsbosbeheer. Je kunt alleen niet overal met de auto komen. Maar als je daar rijdt en bij die baaitjes bent krijg je wel vrij regelmatig het Bounty/Zwitserleven gevoel. Natuurlijk hebben we foto's gemaakt, alleen krijg je het jammer genoeg niet zo mooi op de foto als dat het in het echt is.
Met de boot zijn we naar de baai van Lochmara geweest. Lochmara is een opvangcentrum voor bedreigde diersoorten. Weet je wat ze daar onder andere opvangen? Je kunt het je haast niet voorstellen maar ze hebben daar aal zwemmen, die zijn in NZ bedreigd. En om de opvang nog een beetje rendabel te maken is er ook een lodge waar je kunt verblijven. Wij hebben er een relaxed dagje doorgebracht want het was, sorry allemaal, heel warm.
Helaas voor Rinie is er van jongleren niets terecht gekomen. De vrouw des huizes was naar een jongleerfestival. Zij is een professionele artiest en werkt daar. Er werd in het hostel nu helaas niet aan jongleren gedaan. Vette pech, er komt dus geen jongleershow.
We zijn weer terug in Christchurch. Onderweg natuurlijk weer naar de zeehonden gekeken. Zaterdagavond moeten we ons melden voor onze 4-daagse wandeling op de Banks Peninsula bij Akaroa. Zondag is onze eerste loopdag. Ik vind het heel spannend, zo'n soort wandeling hebben we nog nooit gedaan. We moeten ook ons eigen eten meenemen. Het wordt snikheet, wat het wel wat lastiger maakt om naar boven te lopen. Maar het uitzicht zal veel goed maken.

Christchurch

We zijn inmiddels een beetje van de jetlag bekomen. We waren natuurlijk heel moe, maar na een nachtje slapen ging het al een stuk beter.
Vandaag was onze laatste dag in Christchurch. De afgelopen dagen hebben we schitterend weer gehad. De hele dag zon met wind. Rinie meteen verbrand en ik heb alleen mijn armen een beetje verbrand. Ik had ze niet ingesmeerd, toch te naïef geweest. Wel de hele dag mijn hoedje op, ik kan niet zonder.
Christchurch was 5 jaar geleden, toen we hier ook waren, een leuke en gezellige stad met een historisch centrum. Helaas is er 4 jaar geleden een zware aardbeving geweest, de gevolgen zijn groot. Je weet niet wat je ziet. Het centrum is weg. De gebouwen zijn of ingestort, of half ingestort of ze staan leeg omdat het op instorten staat. We hadden er natuurlijk van gehoord en gelezen maar in het echt is het toch erg indrukwekkend. De ziel is uit de stad. We vroegen ons af waarom het er 4 jaar later nog steeds zo erg uit ziet. Dat komt dus omdat alles onder de grond en de hele infrastructuur op zijn gat ligt. Dat moet eerst allemaal vernieuwd worden. Een giga klus wat veel geld kost.
Er was de afgelopen dagen in het park het openlucht World Busker Festival, een festival met straatartiesten. Het zijn straatartiesten met vooral veel jongleren. Ze zijn hier in Nieuw Zeeland gek op jongleren. We zijn verschillende keren langs geweest. De sfeer was heel relaxed en gezellig druk. Veel kinderen ook, het is hier nog zomervakantie. Er wordt geen entreegeld gevraagd, je kon gewoon naar binnen lopen en overal kijken. Na de voorstelling wordt er dan van iedereen, vrijwillig, een donatie gevraagd. Ik vraag me wel af hoe ze dat doen met slecht weer, want de podia zijn niet overdekt. Geen idee.
Vandaag zijn we ook even naar Sumner geweest, het Zandvoort van Christchurch maar dan minder druk. Lekker langs het strand gelopen. Ook hier heel veel schade van de aardbeving. Delen van een berg ingestort waar huizen op stonden. Er wordt veel gesurft op de golven. Leuk om te zien, maar het lijkt mij doodeng. Rinie en Nikki hebben het 5 jaar geleden ook gedaan maar dan in ondiep water en met leraar. Je moet zo uitkijken voor stromingen. Er zijn ook meestal life guards aanwezig om de boel in de gaten te houden.
Morgen halen we onze huurauto op en vertrekken we naar Picton. Daar gaan we naar een klein hotel middenin een geweldig wandelgebied. De naam van het hotel is Jugglers Rest, zoals de naam al zegt wordt er veel aan jongleren gedaan. Dit was ook de reden om dit hotel te kiezen. Rinie wil heel graag wat beter worden in het jongleren.